De ruines van burcht Fels, liggen op een uitloper van de Luxemburgse zandsteen, ongeveer 150 m boven het dal van de Witte Ernz, een zijrivier van de Sûre. De weg naar het rotsplateau voert door een brede, door een aarden wal beschermde voorburcht.
De uit stenen gebouwde hoofdburcht is door een ringmuur omgeven, die tegenwoordig voor een groot deel vernietigd is. Een plaatselijk natuurlijke gracht scheidt het kasteel in twee delen. Op het uiteinde van de voorsprong getuigen de overblijfselen van meerdere adellijke residenties van de hoge kwaliteit van de pronkarchitectuur.
Na de overname van het kasteel door de Luxemburgse regering in 1979 werd in het historische gebied onmiddellijk begonnen met restauratiewerkzaamheden. Fotogrammetrische beelden, die zijn gemaakt na de aankoop van het kasteel, konden worden toegevoegd aan de nog steeds plaatsvindende archeologische opgravingen.
De heren van Fels verschijnen voor het eerst aan het einde van de 12e eeuw in de teksten, vooral als vaandeldragers van het huis Luxemburg. Tegen het einde van de 14e eeuw telt men 5 grote gezinnen binnen het kasteel. De bouw van het huis van Homburg vond plaats rond 1350, na het huwelijk van de gebroeders Friederich en Konrad, heren van Homburg, met de gezusters Irmgard en Mathilde van Fels. Het huis van Kriechingen werd einde 1385 gebouwd. Einde van de 16e Eeuw, werd het kasteel verwoest door brand en bevindt zich sinds dan in een staat van een ruïne. Het huis Kriechingen, een kunstwerk van de hoogste kwaliteit, werd gerestaureerd tussen 1983 en 1987. Het huis Homburg werd tussen 1987 en 1988 geconsolideerd en gerestaureerd.
Gelijktijdig met dit restauratie- en consolidatiewerk zijn vergaande opgravingsaktiviteiten gedurende op de gehele kasteelgronden uitgevoerd. De aldus verkregen resultaten stellen ons in staat onze kennis van de bouwgeschiedenis te voltooien. Link: Wikipedia (in het Luxemburgs)
Men neemt aan, dat de Heren van Larochette afkomstig zijn van het Huis Ouren. Zij werden belangrijken waren sedert de XIIIe eeuw de trouwe vazallen van de graaf van Luxemburg. De keizer van Duitsland, Wenceslas, gaf de Heren van Fels zelfs het recht munten te slaan in 1402.
Binnen in het "Criechinger huis" van het kasteel is een diepe waterput van 2 meter doorsnede in de rotsen gegraven.
In een sage wordt verteld dat de Heringer (bewoners van een ander kasteel in de omgeving) op een nacht het kasteel "Fels" bestormden, waarop de burchtvrouw haar baby nam en in haar nood om een vluchtweg te vinden in de put sprong.
Zelfs de onverschillige Heringer bewonderden zoveel heldenmoed en toen ze de volgende dag de beide onschuldige slachtoffers uit de put haalden, zochten ze vlug naar iemand die ze van deze schanddaad konden beschuldigen. Ze grepen de burchtvoogd, die hun door zijn verraad de mogelijkheid gegeven had om de burcht te bestormen, en wierpen hem ook in de diepe donkere put.
De geest van de voogd veranderde zich in een draak, die sinds dat moment het goud dat de voogt ontvangen had voor zijn verraad in de put bewaakt. Elk jaar, om middernacht op goede vrijdag, zo vertelt de sage verder, komt de draak uit de put en voert op het binnenhof van de burcht een helse reidans aan, die de Heringer dan samen met hem dansen.
Larochette biedt niet alleen burcht Fels, maar ook het kasteel Meysembourg, welk privé-bezit is en niet bezichtigt kan worden. Het kan worden bereikt via de L2-wandeling door de prachtige vallei van de "Manzebaach".
Het huidige gebouw werd hier gebouwd in 1880 door Prins van Arenberg volgens de plannen van architect Charles Arendt, in een samengestelde neo-renaissance stijl. In 2011 werd het gekocht door de huidige eigenaar. Alleen de kapel, de gracht, en een deel van de beschermmuur zijn van het oorspronkelijke kasteel blijven staan.
De mensen van Meysembourg werden reeds genoemd begin van de 12e eeuw, en speelden meer dan een ondergeschikte rol in de geschiedenis van het land. Bijvoorbeeld was een dame van Meysembourg de vertrouwelinge van gravin Ermesinde en een heer van Meysembourg werd benoemd tot executeur testamentair van Jan de Blinde. Helaas heeft hij niet de gelegenheid gehad om zijn functie uit te oefenen, omdat hij werd gedood met de blinde koning op het slagveld bij Crecy. Het oude Meysembourg kasteel werd twee keer door het vuur verwoest, maar telkens herbouwd. De Heer Custine van Wiltz was de laatste afstammeling, door het huwelijk, van de Meysembourg lijn. Hij ontvluchtte het land in 1794 voor de Fransen.
Het kasteel werd eigendom van de Heren van Fischbach, van Cassal, en van Johann Franz-Reuter van Heddersdorf die het aangrenzende dorp vernietigde, nadat hij haar bewoners verjaagd had (de meesten emigreerden naar de Verenigde Staten). Tenslotte werd het overgenomen door de familie Arenberg die het sloopten en het huidige kasteel lieten bouwen.
Tot de grote kernburcht behoort ook een wachttoren die op de rots tegenover het kasteel staat. De wachttoren draagt de naam "Verlorenkost".
Tijdens de bouw van de toren, zo wordt verteld, is de kok met het middageten voor de metselaars gestruikeld. Daardoor braken de potten met het eten (kost) en het middageten was verspild (verloren). Daardoor kwam de toren aan zijn eigenaardige naam die hij tot op heden behouden heeft.
Een ander verhaal zegt dat de toren nooit kon worden gebruikt als een wachttoren omdat hij op de verkeerde plaats staat. Het gebouw was dus een "verloren kostenpost".